De thuisblijfpapa is nog altijd een zeldzaam ras
Lang voordat hij vader werd fantaseerde Tim Gouw er al over om huisman te worden. Lekker boodschappen doen als iedereen aan het werk is, elke dag uitgebreid koken en vooruit, zorgen voor de kinderen. De meeste vaders moeten er misschien niet aan denken, maar voor wie twijfelt heeft hij in ieder geval één tip: denk er niet te lang over na.
Het schijnt dat het tijdens onze eerste date al ter sprake kwam. Terwijl ik haar amper recht in haar ogen durfde aan te kijken, mompelde ik dat het me wel wat leek. Huisman worden. Beetje de boel aan kant houden terwijl je genoeg tijd overhoudt om in je badjas koffie te drinken, rustig de krant te lezen en ‘s avonds klaar te zitten met een opgeruimd huis en hoofd, om samen al nippend van een groot glas wijn de dag door te nemen. Hoewel ik mij niet kan herinneren of mijn vroege overpeinzingen aangaande het huismanschap de doorslag hebben gegeven, zijn we na 11 jaar nog steeds samen. Getrouwd en twee kinderen rijker. En ja, ik ben inderdaad huisman, of liever ‘thuispapa’, geworden. Tot op de dag van vandaag nog altijd een zeldzaam ras.
Veruit de meerderheid van de vaders mag dan misschien door blijven werken (zie kader), ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het er steeds meer zijn die er heus weleens over na hebben gedacht hoe het zou zijn om het roer om te gooien. Als thuispapa heb je de vrijheid je dag helemaal zelf in te richten, geen stress van vervelende collega’s en hoef je op de koop toe niet elke maand die smak geld naar de kinderopvang over te maken. Mogelijk aangemoedigd door de pandemie, hoor ik om mij heen de wens rond gonzen op zijn minst minder te werken. Van hysterisch overcompenserende vaders die in het weekend net iets te aanwezig door de speeltuin achter hun kinderen aanrennen, tot ronduit vermoeide vaders die openlijk verzuchten dat ze eigenlijk wel wat meer tijd met hun kinderen zouden willen doorbrengen: ze hebben allemaal hun eigen redenen. Maar wat hen ook tegenhoudt om de knoop vooralsnog niet door te hakken, twijfel (‘maar mijn carrière dan’), onzekerheid (‘ben ik hier wel voor gemaakt’) of angst (‘wat zullen de buren/de familie/mijn vrienden ervan denken’), over sommige dingen kun je simpelweg niet te lang nadenken. Immers, zoals elke ouder die het merendeel van de tijd met zijn kinderen doorbrengt weet: de dagen gaan af en toe hemeltergend traag, de jaren vliegen voorbij. Ik wil maar zeggen: voor je het weet wíllen ze niet eens meer met je spelen.
Toen onze dochter middenin de winter geboren werd woonden wij in Toronto. Mijn vrouw timmerde daar aan haar carrière, terwijl ik verwoede pogingen deed mijn eigen bedrijf uit te breiden naar de andere kant van de oceaan en in mijn vrije uren rondfietste als maaltijdbezorger. Het monotone werk in de buitenlucht gaf alle ruimte om na te denken over mijn eigen levensloop en plannen voor de toekomst. Tijdens het verlof van mijn vrouw werkte ik ondanks het slaapgebrek onvermoeibaar door vanuit een klein kantoortje boven het afvalverzamelpunt van ons appartementengebouw. Los van de vreemde geurtjes die daar zo nu en dan voorbij kwamen, merkte ik dat mijn gedachten steeds vaker afdwaalden naar mijn vrouw en onze pasgeboren dochter. In een grote stad op 30 hoog en met -20 buiten wil je toch het liefste bij elkaar zijn. Hoewel de verlofregelingen in Canada een stuk ruimer zijn dan in Nederland (tot 1,5 jaar onbetaald) besloot mijn vrouw dat het na 6 maanden wel genoeg geweest was en ging weer aan de slag. Daar zag ik een kans.
Tijdelijk, zo was de bedoeling. Ik zou thuis blijven met onze dochter totdat het niet meer ging, of totdat ik weer zin had om iets anders te gaan doen. Laat ik eerlijk zijn: het was best even wennen om alleen met een baby de dag door te brengen. Baby’s praten niet terug en hebben een onmogelijk slaapschema. Naar de gymles voor baby’s gaan had veel weg van een militaire operatie. Voorbereiding was dan ook key om überhaupt de deur uit te komen. Iets vergeten betekende meteen de hele planning omgooien. Eenmaal aangekomen kon ik vaak nog net als enige vader drie rondjes met m’n dochter door de lucht zwaaien, voordat we weer terug moesten voor het middagslaapje. Al gauw kreeg ik door dat je het niet te ingewikkeld voor jezelf moet maken en je vooral dient te focussen op de dingen die nou eenmaal moeten gebeuren en het plezier halen uit datgene wat je zelf ook leuk vindt om te doen. Zo werd aankleden en koffie drinken een compleet ochtendprogramma en samen naar het aquarium gaan een terugkerend feestje waarop we elke week weer iets nieuws ontdekten.
Ook al duren opeens de meest ordinaire zaken zoals tanden poetsen, de vaatwasser uitruimen en het vuilnis wegbrengen minimaal twee keer zo lang met een kind om je heen, ik kreeg het gevoel dat ik wel kon wennen aan het thuisblijven. Ik zie mijn dochter groeien van baby naar peuter en heb bij elke foto een eigen verhaal in plaats van een obligaat verslag van het kinderdagverblijf. Daarnaast is het ook gewoon heel handig als er iemand overdag in huis is. Zo hoef je nooit een pakketje bij de buren op te halen en draait de wasmachine de hele dag door. Toegegeven, in sommige taken ben ik notoire slecht. Menig echtelijke ruzie ontstaat over rondslingerende spullen, vergeten afspraken en slechte planning. Sinds de kinderen er zijn hebben we bij ons thuis al meer pannenkoeken gegeten dan in ons hele leven daaraan voorafgaand. Tip: pureer een courgette door je beslag. Proeven ze niets van en wordt er toch nog wat groente gegeten. Maar dat weerhoudt mij er allemaal niet van om nog een jaartje bij te tekenen. Er zijn nog zoveel onontdekte speeltuinen, unicornijsjes om te proeven en gekke insecten om aan te verwonderen. Dingen die ik zonder kinderen waarschijnlijk niet eens zou opmerken. Kijkend door de ogen van een kind kun je niet anders concluderen dan dat de wereld een magische plek is. En al schiet ik soms uit mijn slof na een driftbui van mijn dochter of een uit de hand gelopen ruzie met haar broertje, het wordt wel steeds makkelijker de code te kraken en de rust te bewaren. Want ook dat is een voordeel: meer tijd met je kinderen betekent meer mogelijkheden om een betere vader te worden.
Lang niet alle vaders zullen blij worden van het idee om de hele dag de kinderen mee te slepen. Zoals ook niet elke moeder ervoor geschikt is om thuis te blijven. Margot C. Pol schreef onlangs het pijnlijk eerlijke boek ‘Is het al zeven uur?’ over haar jaar als thuisblijfmoeder en besloot dat ze toch liever iets anders met haar leven doet dan zich volledig op het moederschap te richten. Niet iets waarvoor je je zou moeten schamen als moeder. Net als dat vaders zich vooral niet door schaamte moeten laten tegenhouden om voor het gezin te zorgen. De tijd die je met je kinderen kunt doorbrengen – en die zij ook met jou willen spenderen – is nu eenmaal beperkt. Daar zal iedereen voor zichzelf een keuze in moeten maken hoeveel ervan genoeg is.
Tim Gouw woont in Spanje en is vader van een dochter (4) en zoon (2). Hij maakt de podcast ‘Papa moet het doen’ waarvan bijna iedere woensdag een nieuwe aflevering verschijnt op Apple Podcast, Spotify en in alle andere podcast apps.
Het zal iedereen bekend zijn dat de gevolgen voor de arbeidsduur van de geboorte van een kind verschilt tussen mannen en vrouwen. En niet zo’n beetje ook. De afgelopen tien jaar is er wel een verschuiving in te zien, maar nog steeds passen vrouwen veel vaker dan mannen hun werkpatroon aan na de komst van een kind. Volgens de laatste cijfers van het CBS blijft na de geboorte ruim 92 procent van de mannen dezelfde hoeveelheid uren werken of gaat zelfs méér uren werken. Van de vrouwen blijft 58 procent gelijke uren werken, gaat 28 procent minder werken en stopt circa 10 procent helemaal met werken.